MIEKE HAD HONGER 

Rotterdam, 10 mei 1940. Mieke van Dodewaard (81) schoot om 4 uur in de ochtend wakker door een gigantische knal. Ze ging snel met haar ouders op het dak staan en als een klein meisje zag ze een hele stad voor haar branden.

Nederlanders waren een verwant broedervolk en er was een mobilisatie tussen Hitler en Nederland. Zo verklaarde Nederland zich neutraal in 1939. Duitsland zou hun broedervolk niet aanvallen. Minister president Colijn zei in zijn radiogesprek: ‘Ga maar rustig slapen! Er is niets aan de hand’. Een nacht voor de inval kregen ze ook waarschuwingen van de Nederlandse agenten uit Berlijn, maar de agenten werden niet geloofd. Op vrijdag 10 mei 1940 viel Adolf Hitler onverwacht Nederland binnen. ‘Wij zagen jagers vliegen rond de kerktoren in ons straat, maar wij wisten niet wat de bedoeling daarvan was’, zegt Mieke.

Elfjarige Mieke maakte zich geen zorgen om de jagers en ging verder slapen. Kort na dat ze sliep hoorde ze een knal; dat was het vliegveld van Waalhaven die door twee Duitse bommenwerpers aangevallen werd. ‘Wij moesten allemaal op de trap zitten van ons vader. Want wij woonden in een bovenhuis en met bombardementen bleven meestal de trappen staan’, zegt zij.

TOEN WAS NEDERLAND BEZET
Vijf dagen hebben de mariniers gevochten met de Duitse soldaten die in de lichters aankwamen onder de Maasbrug. De overmacht was te groot, de mariniers hadden geen andere keus dan opgeven. Op 14 mei werd een ultimatum getekend en rode lichtkogels werden afgevuurd vanaf het Noorder Eiland in Rotterdam.

Het was stil en donker in de straten. Iedereen had zijn lichten uitgezet voor een mogelijke aanval. ‘Thuis was het altijd donker. Wij hadden geen licht aan om een mogelijke aanval te kunnen voorkomen. Dan hoorde je in eens die luchtalarmen. Soms was het één keer en dat betekende dat we veilig waren, maar als er meerdere alarmen waren, kreeg je het ijskoud van binnen door de angst’, zegt Mieke nog steeds angstig. Er waren 900 doden en 78.ooo daklozen na het bombardement. Het centrum van Rotterdam lag plat. Nederlandse soldaten liepen zwaar gewond door de straten. De vader van Mieke en hun buren namen twee soldaten in hun huis om te verzorgen. Het uniform van de soldaat werd gelijk verbrand door haar vader, de soldaat mocht niet herkend worden.

DE LANDVERRADERS
De zoeklichten, de bommenwerpers tegen de bommenjagers en de luchtalarmen. Alles is een trauma bij duizenden Nederlanders. Er waren ook landverraders zoals NSB’ers (politieke partij en Nederlanders die goede verbanden hadden met de Nazi’s) waar mensen angstig van waren. De huidige partner van Mieke, Geert Mulders (76) maakte mee dat mensen verraden werden door de NSB’ers. ‘Ik was met mijn vriendjes op het Hofplein en toen werden tien Nederlanders neergeschoten door de SS’ers (Duitse soldaten) en waren verraden door NSB’ers ’ zegt Geert.

Niet alleen NSB’ers maar ook de kinderen werden gedwongen om een landverrader te zijn. Er waren kinderen tussen 10 en 15 die op straat gingen om informatie te zoeken voor de Duitsers. ‘Wij mochten met niemand praten van onze vader, het was te gevaarlijk’, verteld Mieke. ‘Er waren wel meiden, ook van onze straat, die met de Duitse soldaten wel gingen praten. Zij waren de moffenmeiden, ze deden alles met de Duitse soldaten om een stuk boterham te kunnen krijgen."

DE HONGERWINTER
Het was bijna aan de einde van de oorlog toen Hitler besloot om Nederland uit te hongeren. Twintigduizend Nederlanders moesten door strenge winter met gebrek aan voedsel. Duitsland had een blokkade gelegd op de voedsel overdracht van de geallieerde naar Nederland. Veel Nederlanders zoals Mieke hadden geen eten en hadden het koud. Mieke en haar familie kregen elke dag een boterham en konden niets anders eten. ‘Mijn vader wilde alles aan ons geven, dus hij at niet. Op het einde kreeg hij een opgezette buik door de honger en hij was bijna aan het sterven’ zegt Mieke triestig.

M moest iets doen voor haar vader, nu was zij bijna 14 jaar oud en wilde haar vader niet zien sterven. Met een fiets reed ze naar de Duitse soldaten en vroeg of ze eten mocht krijgen. Ze werd weggejaagd door een paar soldaten en ze ging bij elke deur kloppen om een stuk brood te kunnen krijgen. Om de hoek zag ze de soldaten aan komen die haar weg gejaagd hadden. ‘Niet alle soldaten waren slecht. Ik zag ze aankomen met erwtensoep, en ze zeiden tegen mij dat ik die erwtensoep mee moest nemen naar huis’ zegt Mieke.

DE LANGE FRIESDAGEN
Mieke werd gestuurd naar Friesland tijdens de Hongerwinter naar de soldaat die geholpen werd door haar vader tijdens de eerste dagen van de oorlog. Hij kon niet vergeten hoe de familie van Dodewaard hem behandeld had met zijn zware wonden, daarvoor wilde hij iets terug doen. Hij stuurde een brief naar de vader van Mieke dat hij zijn kleinste dochter naar Friesland mocht sturen. ‘Ik wilde niet alleen gaan naar Friesland, dus ik heb gevraagd of mijn zus met mij mee mocht komen. Gelukkig vonden ze dat niet erg en mijn zus ging mee’ zegt Mieke. Zij heeft daar 3 maanden nog school gevolgd.

Mieke keerde terug toen de oorlog voorbij was. Het was feest in de straten van Rotterdam. Mensen liepen met Nederlandse vlaggen door de straten. De bezetting was voorbij en Rotterdam was bevrijd door de geallieerden. De NSB’ers en alle landverraders werden gestraft met dood. Veel Nederlanders zoals Mieke kunnen de oorlog na 70 jaar nog niet vergeten.


Mieke Van Dodewaard (81) zal de oorlog
nooit kunnen vergeten.

Op 4 augustus 1940 marcheerde
de Reicharbeitsdienst vervolgens
door Rotterdam



14 mei 1940 werd de binnenstad van
Rotterdam plat gebombardeerd met
brandbommen.





Stageplaats geweigerd aan moslim studente met hoofddoek

STRENGE VOORWAARDE VOOR EINDWERK

Mechelen- Studenten communicatiemanagement aan de Lessius Hogeschool mocht haar eindwerk en stage niet verder doen wegens het strenge hoofddoekverbod. S.T (20) solliciteerde afgelopen augustus voor een Katholieke middelbare school als communicatiecoach voor laatste jaarstudenten.

S.T was zeer content met de goede stageplaats, tot ze hoorde dat ze daar niet kon starten wegens een hoofddoekverbod. Ze solliciteerde in augustus met een goede CV als communicatiecoach. De Katholieke middelbare school had het opleidingshoofd van Lessius Hogeschool Mechelen het slechte nieuws onmiddellijk laten weten toen ze hoorden dat S.T een islamitische achtergrond had. “Alles ging zo snel, ik was zeer blij met mijn sollicitatie. Het was echt iets voor mij, maar jammer genoeg kon ik niet verder op deze stageplek”, zegt S.T. De school stelde voor om haar toe te laten als ze haar hoofddoek op zij zou leggen. “Ik ga mijn geloof niet in de steek laten voor één stageplek”, zegt zij.

Problemen begonnen vroeg
Van wederzijds respect was nooit sprake in S.T’s leven. De problemen begonnen wanneer S.T van plan was om een hoofddoek te dragen. Ze zat nog maar in het vijfde jaar van haar secundair onderwijs. Strenge regels begonnen toen al hun intrede te maken. “Ik moest mijn hoofddoek al af doen op een afstand van een kilometer van de school, nu ga ik af en toe naar mijn oude school om mijn zus op te halen en ik hou mijn hoofddoek aan. Docenten herkennen mij soms niet en vragen wat ik aan het doen ben met een hoofddoek op, dan hebben ze plots door dat ik niet meer op hun school zit” zegt zij zeer teleurgesteld.

Na de strenge voorwaardes had S.T eindelijk een plek waar ze tevreden was met het respect voor haar goddienst en hoofddoek. De Lessius Hogeschool in Mechelen respecteert de hoofddoek en religie van haar studenten. “Bij de inschrijving dacht ik dat ik hier dezelfde problemen zou tegenkomen. Ik zou willen dat elke school in Mechelen ons zou respecteren. Wij moeten elkaar in een samenleving niet veroordelen”, zegt zij.

Studeren mag, maar feesten niet
Studeren en in de maatschappij een rol spelen is voor de meeste moslim vrouwen geen probleem meer. “Ik vind dat de ouders of de islamitische cultuur geen rol mogen spelen in het onderwijs. Veel moslim families hebben daar ook geen problemen mee, want wij leven niet meer in de middeleeuwen”, zegt S.T. Toch zijn uitgaan en ontspanningsactiviteiten nog voor de meeste moslim vrouwen een taboe. “Wij mogen als vrouw ’s avonds nooit uitgaan. Ik zou dat ook absoluut niet willen, want wat gebeurd er allemaal niet in die cafés? Mensen roken en drinken, en dat noemen ze dan ontspanning. Dat is niets voor mij.

Mechelen te klein voor moslim dames
In Mechelen zou ik dat ook niet echt kunnen, want als iemand mij ziet hangen aan een kroeg zullen mijn ouders dat snel weten. Daarom gebeuren veel dingen vaak stiekem bij jonge moslim meisjes”, zegt zij. Mechelen heeft op dat gebied een moeilijkere positie voor jonge moslim dames dan andere steden. De stad is te klein en mensen herkennen elkaar zeer snel. “Als ik in Antwerpen zou stappen zal dat geen probleem zijn, maar Mechelen is te klein.

Soms ben ik echt Anti-Marokkaans cultuur omdat het blijkbaar belangrijker is wat anderen over jou denken, dan wat jij over jezelf denkt”, zegt zij. Veel jonge moslim dames willen ook activiteiten in Mechelen die voor vrouwen bestemd zijn. Een fitness center bijvoorbeeld waar enkel vrouwen kunnen sporten. Dit soort centra zijn er wel in Antwerpen en Brussel. Moslim vrouwen hebben in vergelijking met de voorbije jaren een grote stap genomen tot de modernisering. Ze verwachten van de Vlaamse maatschappij enkel nog een respectvolle samenleving zonder vooroordelen.



TOPSPORT EEN ERFGOED BIJ DE GANZEN
Arij de Gans (59) sloeg in de jaren ‘70 zijn kans in de sport. Nu probeert zijn zoon hem te volgen als een topsporter.

Ex-kampioen begon aan zijn sportcarrière met waterskiën. Hij werd Europa kampioen in 1974 en kreeg één bronzenmedaille in de WK van 1976. Hij stopte met skiën en ging verder met wielrennen. Nu is zijn zoon Joop de Gans één beroepsrenner.

U hebt een schitterende sportcarrière achter de rug. Hoe begon het?
Ik was 10 jaar oud toen ik op vakantie ging naar Italië met mijn ouders. Mijn vader had een klein bootje met 40PK motor achter. Op een bepaald moment heb ik in drie weken geleerd om te waterskiën. Ik sloot mij aan bij de vereniging Witteraaf. Ik begon te trainen bij de jeugd en ik heb daar slechts twee jaar getraind. Mijn vader schreef mij onverwacht in bij de nationale kampioenschappen. Drie weken later kwam ik trillend aan bij het kampioenschap. Wij waren met 40 á 50 kleine mannetjes die alles wilden doen om te winnen. Ik wist gelijk dat ik niet kon figuren, maar ik was wel goed in schansspringen. Dat bleek ook van de resultaten want ik werd vijfde bij figuur skiën en ik werd Nederlandse kampioen bij schansspringen. Ik was nog maar net 12 en ik werd aangenomen bij de nationale ploeg. Later werd ik in de jaren ’70 nog kampioen van Europa. Ik was de beste in Nederland en ik hoorde tot de wereldtop, na mij is het ook niemand meer gelukt.

Was wielrennen een bewuste keuze na uw waterski carrière?
Ik was 32 toen ik stopte met waterskiën. Mijn jonge en populaire tijd was achter de rug, ik wilde een familie opbouwen. Ik begon te werken met mijn vader en toch kon ik werd te dik. Ik moest gaan sporten om fit te blijven. Ik koos voor de sport van mijn vader. Wielrennen was dus absoluut mijn eigen keuze. Het was een volkssport waar iedereen van hield en daarnaast was het ook stuk goedkoper dan mijn oud-sport. Ik ging langzaam in de kring van renners en kwam Eddie Merckx tegen die mij een fiets gaf. Sportwereld is echt klein want hij wordt nu in 2011 de ploegleider van mijn zoon die ook een beroepsrenner is.

Sport is een erfgoed in de familie.
Sport is een virus die in onze genen zit. Mijn vader is ook een oud-wielrenner. Na de oorlog kreeg hij een fietsframe van zijn neef die ook één tijdje wielrenner is geweest. Mijn vader Joop de Gans senior was echt heel goed in wielrennen want hij won veel koersen. Hij moest stoppen toen hij 21 werd. Dat kwam ook die sport niet zo populair. Zelfs grote professionele renners waren blij als ze een huis konden verdienen. Maar bijna 60 jaar later is zijn kleinzoon Joop de Gans junior een beroepsrenner. Wij hebben ook in 1978 onze eigen professioneel wielerploeg gehad onder de naam Jetstar Jeans.

Koos uw zoon zelf voor wielrennen of hebt u daar een rol in?
Bij hem startte passie voor sport heel anders dan bij ons. Ik woonde in Istanbul omdat ik getrouwd was met een Turkse dame. Ik kwam elk maand naar Nederland om mijn kinderen te bezoeken uit mijn eerste huwelijk. Joop werd 13 toen we gingen kaarten in Ahoy. Naast de kartingbaan had je ook een wielerploeg en kinderen waren aan het trainen. Joop had meer interesse in voetbal, maar was te dik. Wij vroegen aan hem of hij dat leuk vond. Toen hij wat ouder werd vond hij toch wielrennen echt leuk en wilde erin slagen. Hij had in het begin niet het aanleg voor, maar later met zijn enorme karakter en passie werd hij beter. Nu heeft iedereen respect voor hem omdat hij zo verbeterd is. Vorig jaar tekende hij zijn eerste profcontract met Palmans-Cras en reed van de zomer met de tour helden Contador en Schleck. Voor 2011 tekende hij zijn nieuwe contract bij een nieuwe ploeg.

Geen vrouwelijke topsporters in de familie?
Ik heb twee dochters die enorme passie hebben voor studeren. Naast hun studies hebben ze ook een enorme interesse voor sport. Zij zijn vooral de grootste supporters van mijn zoon. Mijn grootste dochter sport bijna elke dag bij een sportschool en gaat vaak op sportvakanties. Mijn kleinste dochter heeft de spieren van haar vader, maar koos toch om te studeren. Ik vond het schitterend hoe ze de berg af kwam met haar ski’s in Oostenrijk. Ze was nog maar 5 en won de wedstrijd met vuur en vlam in haar ogen. Ik zag mijn eigen in haar ogen toen ze mij aankeek en haar gouden medaille liet zien met trots. Dus het zit toch in de genen (lach).

Leven van een topsporter is moeilijk.
Het is enorm moeilijk om een topsporter te zijn. Topsporters hebben bijna geen privé leven. Aan de andere kant zit ik nu te denken aan een antwoord die ik gaf aan een journalist toen ik kampioen werd. Topsporters zijn egoïstisch en egocentrisch want de hele wereld draait rond hun in een gezin. In de families van x-aantal mensen heb je een topsporter wie de alle aandacht krijgt. Dat is opzicht niet eerlijk tegen over de anderen, maar dat is een maal zo in de samenleving. Ik denk daar heel anders over want mijn kinderen zijn even gelijk voor mij. In mijn ogen zijn studenten ook topsporters. Die doen ook alles met een motivatie en concentratie. Hoeveel studenten stoppen niet na half jaar met studeren?
Arij de Gans in 1974

Oudste man van Europa viert zijn 110-jarige leeftijd
ESSEN – Oudste man van België en Europa Jan Goossenaerts viert op 30 Oktober zijn 110de verjaardag in Rusthuis St. Michaël. Jan werd geboren in 1900 en heeft een hard leven achter de rug. Hij werkte eerst als boerenknecht en daarna werd hij metser. Tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte hij naar Nederland. Tot zijn 65ste heeft hij gewerkt als metser-diender. Jan heeft vier kinderen en hij heeft zelfs het overlijden van zijn kind mee gemaakt. Hij woonde nog zelfstandig  tot hij 107 jaar werd en is toen naar het rusthuis verhuisd. Jan Goossenaerts heeft geen geheim recept, maar hij verklaard wel dat hij altijd gezond heeft geleefd. Hij zei pasgeleden nog in de krant dat hij altijd vroeg ging slapen omdat het lichaam rust nodig heeft en daarnaast natuurlijk ook elke dag poepgelei (Luikse perenstroop) eten. Nog steeds maakt hij elk dag zijn wandel en hij slaat een babbel met andere bejaarden. De receptie van Rusthuis St. Michaël zegt: “Hij is echt nog steeds gezond bovendien zien we hem elk dag in de tuin twee keer lopen. Hij heeft geen problemen met zijn gezondheid, enkel hoort hij niet meer zo goed”. Daarom wilt Jan Goossenaerts de journalisten niet te woord staan. Hij liet weten dat hij heel blij is in het rusthuis en dat hij zich thuis voeld. Jan wordt goed verzorgd en ziet zijn verpleegsters als zijn engeltjes. St. Michaël heeft ondertussen 93 bejaarden van verschillende regio’s. Essen wordt populairder met zijn gezonde lucht en bejaarden. “Gelukkige verjaardag Jan Goossenaerts (110), blijkbaar is de lucht in Essen zeer gezond” zei de wereldkampioen-veldrijden Zdenek Stybar op zijn Twitterpagina.  

YASEMIN DE GANS