MIEKE HAD HONGER
Rotterdam, 10 mei 1940. Mieke van Dodewaard (81) schoot om 4 uur in de ochtend wakker door een gigantische knal. Ze ging snel met haar ouders op het dak staan en als een klein meisje zag ze een hele stad voor haar branden.
Elfjarige Mieke maakte zich geen zorgen om de jagers en ging verder slapen. Kort na dat ze sliep hoorde ze een knal; dat was het vliegveld van Waalhaven die door twee Duitse bommenwerpers aangevallen werd. ‘Wij moesten allemaal op de trap zitten van ons vader. Want wij woonden in een bovenhuis en met bombardementen bleven meestal de trappen staan’, zegt zij.
TOEN WAS NEDERLAND BEZET
Vijf dagen hebben de mariniers gevochten met de Duitse soldaten die in de lichters aankwamen onder de Maasbrug. De overmacht was te groot, de mariniers hadden geen andere keus dan opgeven. Op 14 mei werd een ultimatum getekend en rode lichtkogels werden afgevuurd vanaf het Noorder Eiland in Rotterdam.
Het was stil en donker in de straten. Iedereen had zijn lichten uitgezet voor een mogelijke aanval. ‘Thuis was het altijd donker. Wij hadden geen licht aan om een mogelijke aanval te kunnen voorkomen. Dan hoorde je in eens die luchtalarmen. Soms was het één keer en dat betekende dat we veilig waren, maar als er meerdere alarmen waren, kreeg je het ijskoud van binnen door de angst’, zegt Mieke nog steeds angstig. Er waren 900 doden en 78.ooo daklozen na het bombardement. Het centrum van Rotterdam lag plat. Nederlandse soldaten liepen zwaar gewond door de straten. De vader van Mieke en hun buren namen twee soldaten in hun huis om te verzorgen. Het uniform van de soldaat werd gelijk verbrand door haar vader, de soldaat mocht niet herkend worden.
DE LANDVERRADERS
De zoeklichten, de bommenwerpers tegen de bommenjagers en de luchtalarmen. Alles is een trauma bij duizenden Nederlanders. Er waren ook landverraders zoals NSB’ers (politieke partij en Nederlanders die goede verbanden hadden met de Nazi’s) waar mensen angstig van waren. De huidige partner van Mieke, Geert Mulders (76) maakte mee dat mensen verraden werden door de NSB’ers. ‘Ik was met mijn vriendjes op het Hofplein en toen werden tien Nederlanders neergeschoten door de SS’ers (Duitse soldaten) en waren verraden door NSB’ers ’ zegt Geert.
Niet alleen NSB’ers maar ook de kinderen werden gedwongen om een landverrader te zijn. Er waren kinderen tussen 10 en 15 die op straat gingen om informatie te zoeken voor de Duitsers. ‘Wij mochten met niemand praten van onze vader, het was te gevaarlijk’, verteld Mieke. ‘Er waren wel meiden, ook van onze straat, die met de Duitse soldaten wel gingen praten. Zij waren de moffenmeiden, ze deden alles met de Duitse soldaten om een stuk boterham te kunnen krijgen."
DE HONGERWINTER
Het was bijna aan de einde van de oorlog toen Hitler besloot om Nederland uit te hongeren. Twintigduizend Nederlanders moesten door strenge winter met gebrek aan voedsel. Duitsland had een blokkade gelegd op de voedsel overdracht van de geallieerde naar Nederland. Veel Nederlanders zoals Mieke hadden geen eten en hadden het koud. Mieke en haar familie kregen elke dag een boterham en konden niets anders eten. ‘Mijn vader wilde alles aan ons geven, dus hij at niet. Op het einde kreeg hij een opgezette buik door de honger en hij was bijna aan het sterven’ zegt Mieke triestig.
M moest iets doen voor haar vader, nu was zij bijna 14 jaar oud en wilde haar vader niet zien sterven. Met een fiets reed ze naar de Duitse soldaten en vroeg of ze eten mocht krijgen. Ze werd weggejaagd door een paar soldaten en ze ging bij elke deur kloppen om een stuk brood te kunnen krijgen. Om de hoek zag ze de soldaten aan komen die haar weg gejaagd hadden. ‘Niet alle soldaten waren slecht. Ik zag ze aankomen met erwtensoep, en ze zeiden tegen mij dat ik die erwtensoep mee moest nemen naar huis’ zegt Mieke.
DE LANGE FRIESDAGEN
Mieke werd gestuurd naar Friesland tijdens de Hongerwinter naar de soldaat die geholpen werd door haar vader tijdens de eerste dagen van de oorlog. Hij kon niet vergeten hoe de familie van Dodewaard hem behandeld had met zijn zware wonden, daarvoor wilde hij iets terug doen. Hij stuurde een brief naar de vader van Mieke dat hij zijn kleinste dochter naar Friesland mocht sturen. ‘Ik wilde niet alleen gaan naar Friesland, dus ik heb gevraagd of mijn zus met mij mee mocht komen. Gelukkig vonden ze dat niet erg en mijn zus ging mee’ zegt Mieke. Zij heeft daar 3 maanden nog school gevolgd.
Mieke keerde terug toen de oorlog voorbij was. Het was feest in de straten van Rotterdam. Mensen liepen met Nederlandse vlaggen door de straten. De bezetting was voorbij en Rotterdam was bevrijd door de geallieerden. De NSB’ers en alle landverraders werden gestraft met dood. Veel Nederlanders zoals Mieke kunnen de oorlog na 70 jaar nog niet vergeten.
Mieke Van Dodewaard (81) zal de oorlog nooit kunnen vergeten. |
![]() |
Op 4 augustus 1940 marcheerde de Reicharbeitsdienst vervolgens door Rotterdam |
14 mei 1940 werd de binnenstad van Rotterdam plat gebombardeerd met brandbommen. |